Bekijk alle artikelen

‘Even’ een spoorduiker vervangen in de polder

Bas van Dam (26) is als werkvoorbereider nauw betrokken bij het project vernieuwen spoorduiker Waddinxveen. Het is zijn eerste grote project sinds hij anderhalf jaar geleden bij het bedrijf begon. Geen alledaags werk, integendeel.

Tussen station Gouda en station Zoetermeer-Oost, in de buurt van Waddinxveen, gaat het spoor over een watertje. Die spoorbrug – ProRail noemt het een spoorduiker – dateert uit 1800, dus die is toe aan vervanging. Ons team heeft daarom de opdracht gekregen om een nieuwe spoorduiker aan te leggen. We doen het uitvoerende werk in feite in twee buitendienststellingen: twee keer een weekend.

Klinkt het als een twee-vingers-in-je-neus-klus? Dat is het zeker niet

Bas van Dam

Unieke methode
Lastig aan deze opdracht is dat er naast de duiker een onderdoorgang voor auto’s ligt. We moeten natuurlijk hoe dan ook voorkomen dat de onderdoorgang verschuift wanneer we de spoorduiker weghalen. ProRail stelde voor om een damwand te plaatsen, maar dat kost veel tijd. Wij hebben daarom een andere, unieke methode voorgesteld: het continu stempelen van de spoorduiker. We duwen de twee walkanten met stempels van elkaar weg, ook tijdens het slopen, zodat de hele boel op spanning blijft. Daardoor voorkomen we dat de onderdoorgang met al zijn gewicht richting de spoorduiker zakt..

Twee weekenden
In de eerste buitendienststelling hebben we funderingspalen geboord op de vier hoeken van de spoorduiker. Ook tussen de twee sporen in staan ze; daar komt een zettingsvrije plaat op, een soort betonnen vloer die de onderdoorgang en de spoorduiker als het ware met elkaar verbindt. In het tweede treinvrije weekend doen we de rest van het werk: het spoor en de ballast weghalen – dat wordt door een ander team gedaan –, het slopen van de bestaande duiker, langs balken plaatsen op reeds gemaakte poeren en tussen de langs balken duikerelementen plaatsen. Ook vervangen we in opdracht van ProRail, in samenwerking met de Gasunie, een oude gasbuis die onder het spoor gaat. Na het tweede treinvrije weekend zit – als het goed is – het gros van het werk erop en rest ons slechts wat afrondend werk, zoals het terugplaatsen van hekwerk rond de spoorbaan en het demobiliseren van onze werkplek.

 

Op papier klopt het

Misschien klinkt het als een eenvoudige klus, maar dat is het zeker niet. Ten eerste is er de tijdsdruk, zoals altijd bij spoorwerk. Het is veel werk dat in een korte tijd moet worden gedaan. Het tweede treinvrije weekend start op vrijdagavond om 01.00 uur, en op maandagochtend om 05.00 uur moet het spoor weer in dienst zijn.

Ook een uitdaging: de hijskraan. De duikeronderdelen zijn erg zwaar, ze wegen tot wel 60 ton, wat het gebruik van een gewone mobiele kraan onmogelijk maakt. Daarom gebruiken we een 750-tons kraan. We maken een tijdelijke dam in het water waarop we de kraan plaatsen. Het is uiteraard allemaal vooraf berekend en op papier klopt het, maar in de praktijk blijft het natuurlijk altijd een beetje spannend.

“Op papier klopt het, maar in de praktijk blijft het natuurlijk een beetje spannend.”

Randzaken afvangen

Als werkvoorbereider ligt voor mij het zwaartepunt van de werkzaamheden in de voorbereiding. Samen met de uitvoerder maak ik werkplannen, doe ik een deel van de inkoop en vraag ik vergunningen aan. Dat laatste is een flinke klus, want we hebben te maken met veel partijen, waaronder ProRail, de gemeente, Gasunie en het waterbedrijf. Qua omgevingshinder voor omwonenden valt het mee: er staat één huis naast het spoor en een stukje verderop zitten wat bedrijven, maar verder is het vooral poldergebied.

Gelukkig zit ik niet alleen maar achter mijn bureau; ik probeer ook zo veel mogelijk buiten te zijn. Samen met de projectleider vang ik tijdens de buitendienststelling alle randzaken af, zodat de uitvoerder door kan met het werk. Dat betekent dat ik de omgevingsdienst en controleurs van ProRail te woord sta, keuringen doe voor latere rapportages, overleg over de voortgang en meer van dat soort zaken.

Spoorjargon

Als tijdens het tweede uitvoeringsweekend alles goed is verlopen en de treinen op maandagochtend weer kunnen rijden, ben ik tevreden. Of beter gezegd: dan valt er een last van mijn schouders. Het is mijn eerste grote project sinds ik afstudeerde en in dienst kwam, dus dat maakt het spannend en soms ook nog wel lastig. Vooral wanneer gesprekken over technische zaken echt de diepte in gaan, is het voor mij soms moeilijk te volgen. En dan heb ik het nog niet eens over alle spoorafkortingen en spoorjargon; daar kun je een woordenboek mee vullen. Gelukkig zijn mijn collega’s altijd bereid om het me uit te leggen.

Het klinkt als een cliché, maar het is echt waar: in anderhalf jaar in deze functie heb ik meer geleerd dan tijdens de vier jaar dat ik studeerde.

Nieuwsgierig naar andere verhalen?

Verschillende collega's delen hun ervaring uit de dagelijkse praktijk

Homepage