Huib Alblas (55) is boormeester en werkt al veertig jaar met veel plezier. Wie met Huib praat, raakt vanzelf enthousiast over het werk dat hij doet.
Ik begon op mijn vijftiende. Als jong broekie mocht ik mee met de oude rotten, en nu ben ik zelf zo’n oude rot. In de afgelopen jaren heb ik overal in Nederland projecten gedaan en kom ik dus ook overal bekenden tegen. Dat vind ik leuk, net als het werk zelf. Met mijn team doe ik horizontale boringen, bijvoorbeeld onder het spoor door. Maar we werken ook onder snelwegen, provinciale wegen en kanalen. Onze open front boringen hebben een diameter van vijftien centimeter tot een meter en zijn meestal bedoeld voor kabels en leidingen, zoals stroom, gas, water, riool en internet.
Nauwkeurige klus
Voor de start van een project overleg ik altijd met de uitvoerder. We hebben een nauwe samenwerking en bespreken de locatie, wat er moet gebeuren en wanneer. Ik bepaal vervolgens welke materialen en machines nodig zijn, en dan reizen we naar de locatie. Eenmaal daar beginnen we met het graven van een persput waar de boorinstallatie in komt. Aan de andere kant – waar we naartoe moeten – graven we de ontvangstkuip. Vervolgens stellen we de boorinstallatie op, vaak samen met de maatvoerder. Dit is een nauwkeurige klus, waar je echt de tijd voor moet nemen. Het loont: over een boorlengte van dertig meter hebben we een afwijking van maximaal twee centimeter.
Met camera
Als de installatie goed is opgesteld, pers ik eerst de pilootstang naar de ontvangstkuip. Deze smalle stang heeft een camera aan de voorkant. Via mijn scherm kan ik de stang precies volgen. Zodra deze aan de overkant is, halen we de gestuurde kop met camera eraf en monteren we de snijkop voor de definitieve boring. Dan begint het persen. Telkens als we een stukje verder boren, schuiven we een nieuwe buis in het boorgat. Zo gaan we door tot we de overkant bereiken.
Open Front Boringen onder snelwegen, provinciale wegen en kanalen voor kabels en leidingen: stroom, gas, water, riool en internet.
Rondje lopen
Hoe lang dit duurt, hangt af van de grondsoort. Zandgrond, zoals op de Veluwe, boort gemakkelijk. Klei, zoals in Groningen of aan de kust, is veel lastiger. Dan voeg ik water toe om het te mengen tot een prutje. In Limburg hebben we leemgrond, wat weer anders is. Je weet nooit precies wat je onder de grond aantreft. Dat maakt het verrassend. Bijvoorbeeld in Dordrecht vorig jaar: zes boringen van 75 meter onder het spoor en perrons door. Sommige gingen soepel, maar twintig meter verderop was het een drama. In zo’n situatie loop ik een rondje om na te denken over een oplossing. Het moet wel heel gek lopen als we niet aan de overkant komen.
Tandenborstel
Soms duurt het werk langer dan verwacht. Meestal werken we van zeven uur ’s morgens tot vier uur ’s middags, maar als het tegenzit, gaan we door. Het spoor is heilig: de trein moet op tijd rijden. Dat is me met de paplepel ingegoten. Dus als het tegenzit, loop ik niet weg. Daarom heb ik altijd een tandenborstel en een schone onderbroek in mijn bus liggen. Soms werk ik tot diep in de nacht en slaap ik in een hotel. Dat hoort bij dit werk.
Open en gesloten
Grondwater speelt vaak een rol, en daarom hebben we verschillende soorten boren. Bij een open front (OFT) is de voorzijde open, terwijl bij een gesloten front (GFT) kleppen aan de voorzijde voorkomen dat water inloopt. De GFT-boor is een gesloten buis met een kop die de grond wegfreest. Een OFT-boor is meestal mechanisch, maar als voorzichtigheid geboden is, graven we soms handmatig. Dan zit een collega voorin de tunnelbuis terwijl de rest de buizen een stukje verder perst. Welke omstandigheden we ook tegenkomen, we hebben altijd de juiste boortechniek.
Heel zuinig
Sinds vorig jaar hebben we een nieuwe OFT-machine: de BM 400 LS, met een diameter van 90 centimeter en een pilootstang. Deze machine is krachtiger en sneller dan de vorige, met een kracht van 150 ton vergeleken met 70 ton van de oude machine. Ik ben er heel zuinig op, net als op al onze andere machines. Na elk project wordt alles grondig schoongemaakt, opgepoetst, gesmeerd en eventueel geverfd in de werkplaats. Dat hoort bij goed onderhoud en zorgt ervoor dat de machines altijd in topconditie zijn.
Het spoor is heilig: de trein moet altijd op tijd weer kunnen rijden.
Nieuwe collega’s
Ook na veertig jaar bij Strukton ben ik nog altijd niet uitgekeken op mijn werk. Ik vind het leuk dat ik overal kom en dat we lekker zelf aan de slag kunnen. We runnen onze eigen toko. Ik ben dan ook nog lang niet uitgekeken op dit werk. Maar ooit komt dat moment natuurlijk wel en daarom zijn we hard op zoek naar nieuwe collega’s. Ik hoop dat ze net zo enthousiast raken van dit werk als ik. Natuurlijk zit het soms tegen, maar ook dan is het mooi als het toch lukt. Dan kijk je ’s avonds achterom naar je boring en zeg je tegen elkaar: “Dat zit er weer mooi in, maat.”